zaterdag 26 mei 2012

Een Wildersje

In mijn vorige blog schreef ik over de onderhandelingen over de te fietsen pas naar Argentinië. Mijn sarcasme is niet goed overgekomen, want wat ik eigenlijk duidelijk wilde maken was dat ik van plan was een hele moeilijke grensoversteek (een hoge pas door de Andes) over te gaan fietsen en dat Joos mij daartoe niet had hoeven overhalen. Mijn laatste zin, dat Joos niks had terug gekregen, was dus sarcastisch bedoeld. Ik was, doordat ik mij zo goed had gevoeld op hoogte in Bolivia, wellicht wat overmoedig geworden.

Waar Joos dacht dat "er een mooi akkoord lag waar fietsend Nederland zijn vingers bij kon aflikken", dacht ik hier na wat meer informatie van de experts (andere fietsers die de pas al hadden gefietst) toch anders over. Ik heb dan ook op het laatste moment het Andes-akkoord laten knappen. De coalitie Sanne-Joos heeft geen schade opgelopen. Joos heeft me nog geprobeerd te overtuigen met goed doorgerekende getallen: het wordt maar -15 graden 's nachts, de hoogste top waar we overheen moeten is maar 4500 meter en dat dan 2 keer. We hoeven maar 10 liter water per persoon mee en maar eten voor 6 dagen. Ik twijfelde aan deze cijfers en denk dat de vrouwelijke fietser met dit akkoord wel eens slechter uit zou kunnen zijn.

Het werd dus polderen. En zo is het Jama-akkoord tot stand gekomen. Ik heb me dus per bus naar Purmamarca in Argentinië laten vervoeren terwijl Joos een groot deel van de Paso de Jama heeft gefietst. En na 2,5 dag een eenmansfractie te hebben gevormd hebben we ons weer herenigd. De ontwenningsverschijnselen van Joos traden gelijk bij mij in: ik werd snotverkouden. En dus erg blij dat ik in een warm hostel was en niet op de koude pas. Maar dat warme bed bleek bezet. Dit keer niet door Joos, maar de bedwantsen hebben van me genoten. Ik zit nu dus onder de grote rode jeukende bulten. Vandaag dus maar een klein stukje, gefietst. Heel erg mooi. Het is hier winter, maar daar merken we niks van.

Mijn solo wandeling rond de zevenkleurenberg in Purmamarca, waar ik op Joos heb gewacht

Deze foto is gemaakt op de zoutvlakte in Bolivia, waar alle toeristen de raarste dingen verzinnen om dit soort rare foto's te maken. Recht zijn Joos en ik.

woensdag 23 mei 2012

Jeep in plaats van fiets

We stappen de jeep uit en zien twee fietsen tegen de muur van de toiletten staan. Er staan twee Franse fietsers bij. Jaloers ben ik. Zij fietsen wel de laguna route naar Bolivia. Het is zo mooi. En de weg is niet zo slecht. Maar tien minuten later maakt de jaloezie plaats voor opluchting. Over een slecht zandspoor gaat de weg omhoog naar 4800 meter. En het vriest hard 's nachts.
Het fietsen in het noorden van Chili is wat lastiger. Eigenlijk heeft elke route die je kiest een aantal obstakels: hoogte, koud, wind, gebrek aan water en een slechte weg. Na het bestuderen van de laguna route naar Bolivia was ik niet erg enthousiast over de omstandigheden die ons 10 dagen lang te wachten zouden staan. Uiteindelijk besluiten we dus een toeristisch tripje van 4 dagen van San Pedro de Atacama (Chili) naar Uyuni (Bolivia) en terug te boeken.
Met vier Engelsen en de Boliviaanse chauffeur Louis rijden we van het ene mooie meer naar het volgende. We zien flamingo's en pruttelende modderpotten. Met als hoogtepunt de zoutvlakte, die -heel uniek- nu voor een groot deel onder water staat. En ik heb weinig last van de hoogte waarop we ons begeven (3500-4900m).
Er is met Joos onderhandeld over de te vervolgen route. We willen nog in Noord-Argentinië fietsen. Maar tussen San Pedro de Atacama en Argentinië ligt de Andes en die is hier hoog. Na na het horen van verhalen van andere fietsers en het acclimatiseren op hoogte hebben we een akkoord bereikt. We gaan morgen dus proberen in 6 dagen over 4500 m naar een groter stadje in Argentinië te fietsen. En dat te bedenken dat Joos er niks voor heeft terug gekregen...


De zoutvlakte deels onder water, waardoor er een heel vreemd uitzicht ontstaat.

We fietsen met een Zwitserse en Duitse vakantiefietser nog in San Pedro. Hier over een weg met zout.

donderdag 10 mei 2012

Het noorden

Dit keer geen uitgebreide tekst. Laatst klaagden een paar reizigers bij ons aan tafel dat ze zo weinig vrije tijd hebben tijdens de reis. En zo is het maar net. Dan schiet zo'n blog er gewoon bij in. Daarom hierbij een fotoverslag met tekst.









Na Santiago zijn we met een omweg naar Valparaíso gefietst. De omweg had twee redenen: de snelweg vermijden en langs het nationaal park La Campana. Het landschap is heel anders dan in het zuiden: droog, cacti en palmbomen.
De foto is gemaakt tijdens een wandeling in nationaal park La Campana, waar Joos jammerlijk heeft gefaald bij een poging mij van zijn kracht te overtuigen: hij viel bij het doen van een "cat crowl" uit de boom. Gelukkig loopt het goed voor hem af: ik til de hele dag de rugzak om zijn zere schouder te ontlasten.

Valparaíso is leuk. Gekleurde huisjes op de bergen met uitzicht op de zee. Overal muurschilderingen en dus maken wij er ook een op het huis van de docent van de cursus muurschilderen.

Na Valparaíso nemen we een bus naar Ovalle en fietsen daar weer verder. We fietsen in de Limari vallei, van Ovalle naar Hurtado. Kleine dorpjes, een slingerend weggetje, schitterende bergen met wijngaarden ertussen in. Van Hurtado moeten we een steile pas over om in de volgende te fietsen vallei te komen. Een totaal verlaten weg en zo mooi.

In de Elqui vallei, de volgende vallei waar we in fietsen, schijnt een magnetisch veld te zijn. Dit trekt allerlei new age types aan. Zo vond ik Joos langs de kant van de weg na een klimmetje...

We proeven onderweg van de lokale likeur, pisco, en nemen een fles nectarwijn mee. En we kijken ook nog sterren in een observatorium. Het noorden van Chili staat bekend om de heldere luchten en daarom bevinden zich hier veel observatoria.

woensdag 2 mei 2012

De grote stad

Wat was ik een heerlijk makkelijke prooi. Overduidelijk een toerist, heel lang, rood haar en ondanks drie maanden buitenlucht erg bleek. Wat onwennig na drie maanden wildernis kijk ik om me heen naar al die mensen. Een metro, lang niet gezien. Hippe kleding. Overal restaurants. Zo heerlijk verdwaasd stap ik de overvolle metro in. Er wordt geduwd. Hard geduwd. Ik voel aan mijn broekzak. Weg portemonnee.

Gelukkig valt de schade mee. En ik bekijk het maar positief: de dagen erna heb ik nog nooit zo relaxed kunnen rondlopen op markten en in drukke metros. Er valt bij mij niets meer te krijgen.

Toch blijft het onwennige gevoel van de stad nog wel even hangen. Zouden Joos en ik dan toch onze grappen over een autarkisch bestaan in Nederland om moeten gaan zetten in echte plannen?

De sushi, bioscoop, cultuur en biertjes in leuke volle cafeetjes genezen me snel. Het voordeel van 3 maanden geen mogelijkheid naar de bioscoop te gaan is dat je zelfs met enig plezier een heel slecht gerecenseerde clichematige horrorfilm afkijkt.
We logeren nu al ruim een week bij Ruth. Ruth komt uit Londen, maar is al 2 jaar lerares Engels in Santiago. We zijn haar op de fiets in het zuiden van Chili tegengekomen. Ze laat ons Santiago zien en we eten en drinken veel met haar gezellige vrienden. En we hebben dus fantastische dagen hier in Santiago.
Elke dag hebben Joos en ik 3 uur Spaanse les. De hersenen kraken na 3 maanden wat bij deze inspanning, maar we kunnen de laatste dag toch in het Spaans praten over gele schoenen. En die hebben we vast nodig de laatste maanden.

Joos zijn matje wordt weer weggeknipt in de bekendste kapper van Santiago

In mijn net gekochte stadsoutfit. Alleen die schoenen...

We fietsen een bergje op in Santiago, met uitzicht op stad,de Andes en de smog.

Een wandeling net buiten Santiago in de sneeuw

We fietsen mee met de furieuze fietsers: elke maand fietsen 1000 mensen een avond schreeuwend door de stad om een statement te maken dat fietsen veel beter is dan autorijden.

Spaanse les. De leraar ligt er relaxed bij.

De bekende Chileens maaltijd:friet, ui en vlees